Door tekort aan artsen zet UWV nauwelijks nog artsen in bij einde LGU beoordelingen. Maar wie beoordeelt dan de uitkeringsrechten na afloop LGU? Wat zijn de beoordelingscriteria en hoe staat het met de borging van kwaliteit?
Onze praktijk laat zien dat UWV artsen voornamelijk worden ingezet bij einde wachttijd beoordelingen en herbeoordelingsverzoeken en dat is kennelijk mede reden om een uitkeringsdeskundige (UD) te laten beoordelen in
welke regeling iemand komt na afloop van de LGU.
Een UD laat zich bij die ‘beoordeling’ leiden door: ongewijzigde (medische) omstandigheden conform de laatst verrichtte medische beoordeling. De UD grijpt dus terug naar de laatste medische beoordeling en de medische situatie van betrokkene bij einde wachttijd (EWT). Was iemand 80/100% bij EWT dan wordt het een LAU bij einde van de LGU. Werkt iemand die bij EWT minder dan 80% arbeidsongeschikt was – niet of onvoldoende – dan volgt recht op een VVU.
Maar probleem is wel dat de medische beoordeling waar de UD op leunt vaak langer dan twee jaar geleden plaatsvond.
De ‘beoordeling’ door de UD is dus niet gebaseerd op de situatie en de beperkingen per datum einde LGU. Alsof er in twee jaar na de laatste beoordeling door een UWV arts géén enkele verandering meer plaats kan vinden.
Zorgwekkend is dat aspecten als verslechtering van gezondheid, het ontstaan van duurzaamheid van volledige arbeidsongeschiktheid, toename van beperkingen of tussentijds herstel bij ‘beoordeling’ door een UD géén enkele rol spelen? Hoe betrouwbaar is zo’n ‘beoordeling’ dan nog?
Gezien de wijze van ‘beoordelen’ door de UD is het begrijpelijk dat bij een bezwaar UWV B&B het dossier direct teruglegt
naar de afdeling SMZ met het dringend verzoek om alsnog een adequate beoordeling te doen gericht op datum einde LGU.
Het dossier alsnog op orde brengen dus!
UWV schrijft in de overgangsbeschikking dat een beoordeling plaatsvond maar niet dat het erg vluchtige ‘beoordeling’ betrof met forse risico’s op fouten en financiële schade. Over die fouten en de daaruit voortkomende schade komen wij terug in volgende artikelen.
Naschrift
Voor werkgevers, in iets mindere mate voor werknemers, is het vaak een pure gok wat ten grondslag ligt aan een overgangsbesluit na einde LGU. Die onnodige onduidelijkheid maakt het voorspelbaar dat het aantal bezwaarprocedures de komende periode flink zal gaan stijgen.
Auteur: Ad van Lieshout, www.lenm-advies.nl